Bierspel kaarten

Spelregels van Bierspel kaarten

Je neemt een pak kaarten (of twee pakken kaarten) zonder jokers. Iedereen trekt om de beurt een kaart.

2 = geef twee vingers bier weg

3 =geef drie vingers bier weg

4 =geef vier vingers bier weg

5 = geef vijf vingers bier weg

6 = Verzin een woord dat niet meer gezegd mag worden. Zegt iemand het toch dan wordt het atten!

7 = Begin met tellen. Je mag geen 7 of meervoud zeggen van 7. Ben je bij 6 dan moet de volgende 8 zeggen. Het lijkt op juffen, maar in plaats van een woord voor de 7 of zevenvoud te zeggen, sla je het gewoon over.

8 = Zelfde als tien. Natuurlijk kan je ook je fantasie gebruiken voor een andere regel.

9 = At zelf een glas pils.

10 = Verzin een regel! Bijvoorbeeld: je moet met je linkerhand een kaart pakken of je moet kloppen op de tafel of een rondje draaien etc.

Boer = Als je de Boer hebt leg je je duim op de tafel. De laatste die zijn duim op de tafel heeft moet één glas atten.

Vrouw = Plaskaart. Hiermee mag je naar de wc. Als je deze kaart niet heb, mag je ook wel naar de wc maar dan moet je eerst één glas drinken

Heer = Stel een vraag aan iemand. Als hij antwoord geeft moet hij zuipen maar als hij een vraag terugstelt moet jij zelf zuipen

Aas = Leg de azen op de tafel, als de vier azen zijn verzameld moet iedereen een vol glas bier atten.