Bierbrouwerij De Pelikaan

Achtergrond informatie

In 1878 werd Bierbrouwerij de Pelikaan gesticht door Jan Mathis Hobus, gelegen aan de Weertersteeg, de latere Paulus Holtenstraat. In 1882 werd om de hoek in de Kerkstraat het brouwershuis gebouwd. De mout en de hop werden ingekocht bij Van de Weterlaken in Boxmeer terwijl het brouwwater afkomstig was uit eigen bron. Naast Jan Mathis Hobus waren er nog drie à vier mensen die hun brood verdienden in de brouwerij.

Mercedes

Het bovengistende Pelikaner Bier werd in de omgeving van Nederweert aan de man gebracht. Het waren met name de plaatselijke café-houders die het bier afnamen, hoewel ook particuliere. De brouwerij had de beschikking over een Mercedes vrachtwagen voor het rondbrengen van het bier en genoot met deze verschijning veel aanzien.

Militairen grote afnemers

In de eerste wereldoorlog waren de in Nederweert en omstreken gelegerde Nederlandse militairen grote afnemers. En omdat er nog geen waterleiding was aangelegd in Nederweert werd er door het leger, voor onder meer de keukens, ook fusten water afgenomen van de brouwerij. Speciaal hiervoor is Jan Mathis Hobus persoonlijk Den Haag gereisd om de kosten voor de geleverde fusten via Defensie vergoed te krijgen. Gedurende de mobilisatie begon Jan Mathis ook met het drogen van groenten voornamelijk voor de export. Eerst werden de droogovens met steenkool gestookt, maar later, toen steenkool schaars werd, met hout.

Overschakeling naar ondergistend bier

Jan Mathis Hobus had drie dochters en twee zonen. Henricus Hubertus Anthonius Raphaël Hobus neemt na het overlijden van zijn vader in 1932 de roerstok over. De brouwerij wordt gemoderniseerd om de overschakeling naar het ondergistende brouwproces te kunnen maken.

Toch het einde na oorlog te hebben doorstaan

Ook in de tweede wereldoorlog blijft de brouwerij knap haar hoofd boven water houden. Direct na de oorlog werden er verbeteringen aangebracht aan de brouwinstallatie. Het bier werd afgevuld in beugelflessen met etiket van een liter en later in flessen voorzien van een kroonkurk. Helaas ging het ondanks de verbeteringen bergafwaarts met de brouwerij en werden de poorten in 1947 gesloten.

Receptuur en brouwerij

De brouwreceptuur werd verkocht aan Van Dijck, die het bier in Amerika op de markt bracht, en het bier liet brouwen en bottelen in Wisconsin. Het brouwershuis werd, inclusief de brouwerij, verkocht aan de gemeente, die in het brouwershuis het kantoor van de gemeentewerken vestigde.
In 1969 werd de brouwerij gesloopt om ruimte te creëren voor een parkeerplaats en in de jaren tachtig kwam ook het brouwershuis niet onder de slopershamer uit.