Bierbrouwerij De Kroon was een bierbrouwerij uit Dongen (Nederland).
Type brouwerij
Productiebrouwerij
Actief
Nee
Straat
0
Plaats
Provincie
Land
Vanaf 1923 werd door de voormalige Bierbrouwerij de Kroon te Dongen een zogenaamde limonadegazeuse op de markt gebracht onder de merknaam Exota. Kort na de Tweede Wereldoorlog werd de Commanditaire Vennootschap De Kroon v/h H.J.C. van Tuijn omgezet in Van Tuijn's Limonadefabrieken en Distilleerderijen N.V. Vanaf 1948 werd Exota verkocht in zogenaamde gezinsflessen van 75 cl met beugelsluiting. In de jaren vijftig werd het Dongense bedrijf marktleider op het gebied van limonadegazeuses. In 1967 werden de verouderde Exota-beugelflessen vervangen door flessen met een metalen schroefdop. Het marktsegment van de limonadegazeuses was op dat moment reeds sterk slinkend. Coladranken en heldere lemon-limedranken ('updranken') waren sterk in opmars.
Naar aanleiding van de Ombudsman-uitzending van 8 januari 1971 was door directeur S. van Tuijn een kort geding aangespannen tegen de VARA en Marcel van Dam. Op 9 februari 1971 oordeelde de president van de Amsterdamse arrondissementsrechtbank dat de grenzen van zorgvuldigheid en betamelijkheid jegens Van Tuijn door de VARA en Van Dam ver waren overschreden. Voorts werd bepaald dat Van Dam in zijn hoedanigheid als ombudsman Exota op generlei wijze meer in verband mocht brengen met exploderende frisdrankflessen, terwijl de VARA gedwongen werd tot rectificatie en een nader te bepalen schadevergoeding. Ook het gerechtshof te Amsterdam was op 12 mei 1971 van mening dat Van Dam en de VARA onrechtmatig handelen kon worden verweten. Gedurende geheel 1971 bleven berichtjes over exploderende frisdrankflessen het nieuws halen. Naast talloze berichtjes in de dagbladspers wijdde ook het satirische NCRV-televisieprogramma Farce Majeure een item aan het onderwerp (5 maart 1971). Nadat Leutscher in 1972 de nieuwe eigenaar was geworden van Van Tuijn's Limonadefabrieken en Distilleerderijen N.V. en Handelsonderneming Tudo N.V., verkocht hij beide bedrijven al snel weer door aan de Verenigde Nederlandse Brouwerijen Breda-Oranjeboom N.V. (Breda), de Nederlandse dochter van het Britse concern Allied Breweries Ltd. (Londen). Tezelfdertijd wist Verenigde Nederlandse Brouwerijen Breda-Oranjeboom N.V. van de familie Van Tuijn een meerderheid van de aandelen te verwerven in Bottelmaatschappij Dongen B.V., licentiehouder van Coca-Cola voor een groot deel van Zuid-Nederland. De Coca-Cola bottelarij van Bottelmaatschappij Dongen was sinds 1949 gevestigd in hetzelfde fabriekscomplex als Van Tuijn's Limonadefabrieken. In september 1973 werden Van Tuijn's Limonadefabrieken en Bottelmaatschappij Dongen samengevoegd tot Frisdranken Industrie Nederland B.V., een bedrijf waarin ook de andere Nederlandse frisdrankenbelangen van Allied Breweries werden geïncorporeerd. Bij de verkoop van Van Tuijn's Limonadefabrieken aan Verenigde Nederlandse Brouwerijen Breda-Oranjeboom N.V. (1973) had Leutscher niet de schadeclaim op de VARA overgedragen. Of Leutscher echter wel recht kon doen laten gelden op deze schadeclaim was een andere zaak, daar de familie Van Tuijn in de overtuiging verkeerde dat deze schadeclaim slechts haar toekwam.