Inloggen op Mijn Biernet

Geen account? Registreren

Login probleem? Reset je wachtwoord

Delen

Bierbrouwerij Sint-Michael

Volgen

Blijf altijd op de hoogte

Bierbrouwerij Sint-Michael

Bierbrouwerij Sint-Michael was een bierbrouwerij uit Waarloos (België).

Gegevens brouwerij

Achtergrond informatie

Lees ook

De geschiedenis van de Brouwerij Sint-Michaël begon in 1849. Toen kocht Lieven Van Hooymissen het pand, een woning met een brouwerij, over van Van Noyen. Lieven Van Hooymissen baatte de Brouwerij Sint-Michaël gedurende dertig jaar uit, maar maakte ondertussen wel schulden. Hij had namelijk een niet onaardig bedrag geleend van Egied Maes, een bekende steenbakker uit Rysbroeck Sauvegarde, nabij Puurs. Egied was gehuwd met Sidonie van Heymbeeck en samen hadden ze acht kinderen: Florence, Maria, Frans, August, Ferdinand, Leopold, Theophiel en Gustaaf. Toen Van Hooymissen op een dag zijn schulden niet meer kon aflossen, liet Egied Maes zijn lening vallen, verkocht zijn steenbakkerij en werd eigenaar van het gebouwencomplex aan de grote baan te Waarloos. Het was een woonhuis met verdieping, met aan de linkerkant de mouterij met inrijpoort, en aan de rechterkant de brouwerij met inrijpoort en verder ook nog de kuiperij, stallingen en een remise. Egied geloofde in een briljante toekomst van het brouwersvak. Dat kan afgeleid worden uit het feit dat hij nadien nog twee brouwerijen kocht: één te Sint-Katelijne-Waver voor zijn zoon August en één te Boechout voor zijn zoon Leopold. Frans werd graanhandelaar te Eikevliet en Gustaaf vestigde zich als fruitteler aan de Duffelsesteenweg te Kontich. Hij kreeg echter te maken met tegenslagen in de kriekencultuur en vestigde zich later bij zijn broers te Waarloos. Het was niet ongewoon dat in die tijd steenbakkers zich inlieten in het brouwersvak. Ook andere families uit de omgeving, zoals de families De Boeck, De Wachter, Lamot, Rypens, Peeters, Steenackers en Van Reeth, waren in beide sectoren bedrijvig.
Egied had slechts twee man personeel in dienst die alles deden. Op maandag bijvoorbeeld brouwde men en het duurde 12 uur voor men daar klaar mee was. Zo één brouwsel was goed voor de productie van 14 dagen. Het bier werd op vaten getrokken want er waren toen nog geen vulinstallaties voor flessen. Vervolgens werden de vaten met paard en kar naar de klanten en de cafés (o.a. café Het Anker, het Brouwershuis en de cafés de Notelaar en de Hamer) in Waarloos en de onmiddellijke omgeving gebracht. Duffel, op drie kilometer, was de verste afstand. In die periode was het afzetgebied van de brouwers eerder klein omdat men het bier niet zo lang kon bijhouden en omdat de vervoersmiddelen eerder beperkt waren. Zoals eerder vermeld had de familie Maes meerdere brouwerijen, maar het was de brouwerij te Waarloos die als enige zou blijven bestaan.

Dat Egied Maes een vlijtig en gedreven man was, blijkt duidelijk uit zijn verzoekschrift, ingediend op 29 mei 1901 bij het schepencollege van Waarloos, tot het bouwen van een woning langs de grote baan Brussel-Breda. De toelating werd verleend op voorwaarde dat er geen vuil of huisvuilwater in de gracht of op straat geloosd werd. Egied Maes hield met deze voorwaarde rekening. Toen op 4 januari 1897 Petrus Van Der Aa bij het schepencollege klaagde over wateroverlast in zijn tuin, veroorzaakt door de brouwerij, zorgde Egied Maes ervoor dat de wateroverlast snel verdween! Een bewijs dat hij rekening hield met de klachten van de omwonenden.
 

Cookie instellingen