Delen
Delen
Brouwerij Het Pannenhuis was een bierbrouwerij uit Biesland (Nederland).
Het gebouw, dat op de Rijksmonumentenlijst staat, is U-vormig met een en oppervlak van ruim 43 aren en bevatte vroeger een brouwerij en distilleerderij, tuin en moestuin, tezamen 135 aren, waarbij 10 hectaren bouwland hoort, waarschijnlijk voor de teelt van gerst voor de brouwerij en de branderij. Op de kaart van Maastricht getekend door de Franse cartograaf Tranchot in 1803 staat Het Pannenhuis duidelijk afgebeeld, de Brouwerij de Fonteyne overigens ook.
Johan van Geleen was brouwer in De Stenen Leeuw op de St. Pieterstraat in Maastricht. Aan zijn dochter Elisabeth (1685-1730), die in 1703 als achttienjarig meisje huwde met de toen 21 jarige jongeman Aegidius Marres, zoon van Servaes Marres en brouwer in De Wildeman op de Brusselsestraat, gaf hij in 1722 Het Pannenhuis, een huis met brouwerij en branderij als bruidsgift mee. Aegidius, die meestal Gilis genoemd werd, zou zijn vader bijgestaan hebben in de brouwerij op de Brusselsestraat en na zijn overlijden in 1705 ook zijn moeder, maar begint in 1707 voor zichzelf in de gehuurde Brouwerij en Mouterij de Poorte in de Raamstraat te Maastricht. Wanneer Het Pannenhuis in 1710 afgebouwd is betrekken 'seigneur Giles Marres', inmiddels 28 jaar, en zijn echtgenote Elisabeth van Geleen het nieuw gebouwde Pannenhuis, waar hij brouwer, brandewijnstoker en waard wordt. Dit tot zijn dood in 1722.
Bij het overlijden van zijn schoonvader Johan van Geleen in 1712 wordt Gilis Marres eigenaar. Gilis sterft 10 jaar later en zijn weduwe Elisabeth neemt de leiding op zich tot haar overlijden in 1730. Zij wordt opgevolgd door haar zoon Jan Marres, die ook gekozen zal worden tot burgemeester van het dorp Wilre. Hij blijft brouwer tot zijn dood in 1751.
De volgende generatie die het huis bewoont is het echtpaar Jan Willem Marres en Catharina Mares. Zij is een dochter van Michiel Mares, brouwer en distillateur in de dichtbij gelegen Brouwerij de Fonteyne. Michiel Mares behoorde tot een waarschijnlijke zijtak van dit geslacht. Jan Willem man de brouwerij over en brouwde tot zijn dood in 1794.
Zijn zoon Michel Marres, is de volgende, en huwt Maria Catharina Kruyen, dochter van de Leonard Kruyen, distillateur op de Bisschopscommel te Maastricht. Zij stamt uit een familie van dorpsmagistraten uit oostelijk Zuid-Limburg, trotse figuren die opkwamen voor de belangen van degenen die van hun afhankelijk waren. Michaël brouwt tot zijn sterfbed in 1818.
Bij Michaël Marres splitst de familie zich in drie takken. Er zijn vier zonen en twee dochters. Een zoon sterft tijdens zijn opleiding tot priester. Drie zoons zetten het geslacht voort.
Jan Willem Marres huwt een dochter van Henri Prick, brouwer te Sint Pieter en begint in 1826 brouwerij in de Helstraat te Maastricht een brouwerij onder de naam Marres-Prick.
Michel II koopt in 1825 tezamen met zijn bruid Anna Bemelmans, dochter van de Maastrichtse brouwer Leonardus Bemelmans, de Brouwerij het Sint Nicolaas Panhuis in de Plankstraat te Maastricht. Later komt deze brouwerij op het Onze Lieve Vrouwe Plein te liggen doordat de daartegenover liggende kerk, de Sint Nicolaas kerk, in 1838 wordt afgebroken. Michel is de stamvader van de Nederlandse tak Marres.
Na de dood van zijn vader neem Hubert Willem Marres, de jongste zoon, in 1818 als laatste in de rij van brouwers in Het Pannenhuis deze over. Hij brouwt nog enige tijd in Het Pannenhuis maar opteert in 1843 voor de Belgische nationaliteit. Hij ontmantelt de brouwerij en vertrekt uit Nederland. Hij is de stamvader van de oude Belgische tak.
Diens zoon Victor Marres, gehuwd met Philomène Thans, start in 1882 in Belgisch Vroenhoven de Brouwerij Marres-Thans. In 1887 verkoopt hij Het Pannenhuis aan Victor Chambille. Deze verbouwt het huis omstreeks 1893, en het zal wel door deze verbouwing zijn dat de gevelsteen in de achtergevel terecht is gekomen. Na enige andere eigenaren komt het Pannenhuis in 1952 in bezit van de familie Castermans die er een tuincentrum in vestigt.
