Bierbrouwerij de Wildeman

Achtergrond informatie

Reyner Marres sterft op 20 december 1621 en zijn weduwe Anna Hoppels huwt daarna Lenard van Walsden den Ouden, brouwer op de Kleine Gracht in Le Vert Galant. Deze brouwerij zal later door Reyners dochter, Eva Marres, na het overlijden van haar schoon­vader worden voortgezet.

Stichter brouwerstak Marres

De eerste brouwer Marres was dus weduwe Eva van Walsden-Marres, brouwer van 1641 tot na 1675 op de Kleine Gracht te Maastricht. Echter de stichter van de brouwerstak Marres was Servaes Marres, brouwer vanaf 1675 in De Wildeman op de Brusselsestraat te Maastricht. Vanaf toen werd van vader op zoon door de familie in Maastricht en omgeving gebrouwen. Nicolaas Marres, de broer van Servaes, drijft een tapperij of herberg en heeft een bakkerij. Hij huwt Lijsbeth Palmen en krijgt twee kinderen, Elisabeth en Paulus Matthias.

Paulus Matthias Marres huwt Maaijcke Smeets, afkomstig uit Sichen in het Luikerland. Paulus Matthias zet de zaken van zijn vader voort en huurt op de Brusselsestraat tegenover zijn woonhuis De Valk in 1631 nog een tweede huis Het Ros. Dit huis koopt zijn weduwe in 1646, het heet dan Het Alden Ros.

Van bakker tot brouwer

Servaes Marres (1625-1682), de oudste zoon van Paulus en Maaijcke, neemt vaders zaken over. Hij begint zoals zijn vader dat deed als waard en bakker. Hij huwt Maria Houbrechts alias van Seijperen en hij pacht dan buiten de stad in De Vroenhof ruim zes bunder land. Verder bezit hij nog steeds veel land in en rond Heukelom. Hij zal dit dan wel niet zelf allemaal bewerkt hebben. Waarschijnlijk wilde hij voor zijn bakkerij zeker zijn van voldoende toevoer van granen.

Maaijke sterft in 1673 en twee jaar later erft Servatius van zijn schoonvader, Lambricht Houbrechts alias van Seijperen, onder meer twee huizen die door een grote tuin met elkaar zijn verbonden. Één ligt op de Brusselsestraat en het andere op de Kommel. Het complex ligt aan de zuidzijde van de Brusselsestraat naast het Kruisherenklooster. In een achterhuis tussen deze twee huizen bevindt zich een bierbrouwerij met eesterij. Servaes gaat hier in 1675 zelf brouwen en noemt deze Brouwerij de Wildeman. Ook nu komt de vele landbouwgrond van pas voor het laten verbouwen van gerst en andere grondstoffen.

Verkoop

Na het overlijden van Servaes in 1682 zet zijn zoon Lambrecht (1654-1705) de zaken voort en hij huwt met de Waalse Anna Strengnart. Hij brengt de brouwerij in twintig jaar tot bloei en na zijn overlijden in 1705 zet zijn weduwe de brouwerij tot haar dood in 1718 nog enige tijd voort. Vanaf 1713 verhuurt ze de brouwerij aan haar schoonzoon Willem Lenarts. Na haar dood verliep de verdeling van de erfenis niet geheel vlekkeloos waardoor besloten werd om de brouwerij te verkopen middels een openbare veiling. De oudste zoon Gillis (1682-1722), ook al brouwer en distillateur in Het Pannenhuis, brengt daar dan het hoogste bod uit en krijgt hem via deze omweg toch in handen. Hier brouwt hij tot zijn dood in 1722. Na zijn overlijden in 1722 verhuurt zijn weduwe Maria Eliabeth van Geleen (1685-1730) De Wildeman aan Anthonis Rouborgh en deze koopt ook het pand later. Zelf zet ze de bierbrouwerij en distilleerderij Het Pannenhuis voort.