Bierbrouwerij de Klaver

Achtergrond informatie

In 1910 nam de uit Groede afkomstige Marinus Mattheus Meijer (1852)  Brouwerij Weduwe Holland, gevestigd aan de Brouwerijstraat 37, over en ging verder onder de naam Bierbrouwerij De Klaver (tevens ook limonadefabriek). In 1921 zetten zijn zoons Johannes George (1887) en Abraham Pieter Marinus (1889) deze voort als VOF Gebr. Meijer.

Door het bombardement op 17-10-1944 van Oostburg waarbij de brouwerij, liggend in de aanvliegroute naar het bunkercomplex van de legerstaf van West Z Vlaanderen,  werd vernietigd, kwam de eigen bierproductie ten einde, en ging men verder als pure drankenhandel met een Heineken Agentschap.
Omstreeks 1946, na de dood van A.P.M. werd de zoon van J.G., Marinus Mattheus (1920) als vennoot ingeschreven. In 1953 trad J.G. uit.

De familie is het drama van het bombardement in 1944 in feite nooit te boven gekomen. Er vielen 17 doden in de bierkelder welke was ingericht als schuilkelder.

In 1964 werd de drankenhandel overgenomen door Heineken, welke haar opdeelde tussen de Agentschappen van Joh. Verstraete te IJzendijke en A.M.J. d'Hoore te Sluis.

In 1968 werd de brouwerij/agentschap na administratieve liquidatie uitgeschreven bij de KvK te Terneuzen.

Saillant detail: J.G., getrouwd met een Belgische vrouw, wilde zaken doen via de hier nog niet vertegenwoordigde Amsterdamse Bank. Hij importeerde veel uit België, wat een betrouwbare bank vereiste welke internationaal kon opereren. Hij bood de grond aan voor de bouw van een kantoor.
Het zou de bank goed geld gaan opleveren want er waren veel goed bemiddelde Belgen welke hun geld, wat velen hadden vergaard in de Belgische Congo, veiliger in Nederland konden beleggen als in België. In de jaren '50 was het balanstotaal van Kantoor Oostburg tweede grootste, na dat van Kantoor Amsterdam...