Toernooitje

Spelregels van Toernooitje

Bij het spel Toernooitje speel je de volgende spellen:

DOELPALEN: iedere speler krijgt twee kaarten, bijvoorbeeld een 5 en een boer. Alle overige kaarten van het pakje worden gedeeld. De deler trekt een kaart, als deze kaart qua waarde tussen de twee "doelpalen" komt, moet je één grote slok atten. Als je een kaart krijgt die overeenkomt met één van je kaarten, moet je twee grote slokken nemen! Heb je twee negens en er valt een 9 bij, dan zijn dit vier grote slokken. Het spel is over wanneer de kaarten op zijn. Extra regel: valt er een aas, dan moet je jouw linkerkaart doorgeven aan de persoon links van je, dit doet iedereen die meespeelt.

HOGER/LAGER: eerst wordt er één kaart open gelegd, en dan moet je gokken of de volgende kaart hoger wordt of lager wordt dan de vorige kaart. Gok je verkeerd, dan neem je een grote slok. Is de getrokken kaart gelijk aan de kaart op tafel dan neem je twee grote slokken.

ROOD/ZWART: heel simpel, gokken of de kaart rood wordt of zwart wordt, heb je het fout dan moet je één grote slok nemen!

VIJFEN: iedere speler krijgt wederom twee kaarten, als dit is gedeeld, dan komt de eerste gemeenschappelijke kaart op tafel: een "geef-kaart", komt de kaart overeen met een kaart van één van de spelers, dan moet hij één slok weggeven aan een persoon naar keuze. Daarna komt er een "neem-kaart" op tafel, komt die overeen met jouw kaart, dan moet je één grote slok nemen. Hierna komt er een "2-geven-kaart". Komt de gemeenschappelijke kaart overeen met één van jouw kaarten, dan mag jij er twee weggeven. Hierna komt er een "2-nemen-kaart", dus komt de kaart overeen met jouw kaart dan moet je twee grote slokken nemen. Dit gaat zo door tot vijf.

Gegarandeerd plezier met dit spel!