De Beierse bierbrouwers hadden eerder geëist dat Bavaria zich zou laten omdopen en het Landesgericht in München heeft hen daarin in 2003 bevestigd. De overkoepelende organisatie van Beierse bierbrouwers is van oordeel dat Bavaria in Lieshout inbreuk maakt op het Beierse merkrecht. Bavaria is immers Latijn voor Beieren en 'Bayerisches Bier' is bij de Europese Unie geregistreerd als beschermd streekproduct, zoals Parmaham of champagne of Balsamico-azijn.
Ook in Italië en Spanje voerden de Beierse brouwers procedures tegen Bavaria omdat de brouwerij uit Lieshout met zijn merknaam ten onrechte zou suggereren uit Beieren te komen. Italië is - na Nederland - Bavaria's grootste afzetmarkt. Bavaria procedeerde in Duitsland tot bij het federale gerechtshof in Karlsruhe, het hoogste gerechtshof van de Bondsrepubliek.
Het Duitse hof heeft zijn Europese evenknie nu gevraagd welk recht zwaarder weegt: Het Duitse recht op bescherming van de streeknaam of Bavaria's recht zijn internationaal gedeponeerde merknaam te voeren. Oud-Bavaria-topman Peter Swinkels gaf na de gerechtelijke uitspraak in 2003 te kennen 'dat de Duitsers niet zo eigenwijs moeten zijn'. "In een verordening van de Europese Unie uit 2001 staat dat het merk Bavaria ondanks de registratie van het Bayrische Bier gewoon door onze brouwerij kan worden gebruikt. Die Europese verordening geldt ook in Beieren."
Volgens diens zoon en huidig directielid Peer Swinkels 'maakt Bavaria zich nog steeds niet druk'. "De Europese verordening is niet veranderd. We zien de doorverwijzing naar het Europese hof dan ook als overwinning. Wij vinden dat het Europese recht in deze kwestie uitgaat boven het Duitse recht." Bavaria heeft inmiddels miljoenen euro's uitgegeven aan juridische procedures over de merknaam. De familiebrouwerij legde ruim een jaar geleden overigens een claim van honderd miljoen euro neer bij de Europese Commissie voor het geval de brouwerij toch onverhoopt gedwongen zou worden zijn naam te veranderen.
