De mannen wordt beticht van fraude met Jupiler tussen 2000 en 2005. Ze zouden circa 7.000 vaten pils op de markt hebben gebracht dat werd verkocht als als Jupiler van Inbev en Primus van Haacht. Het bier werd in Bree gebrouwen en via de groothandel in Blankenberge gedistribueerd aan de kust en in het noorden van West-Vlaanderen.
De mannen fraudeerden met de vaten en de zegels. InBev is de grootste benadeelde van de fraude, en eist daarom nu bijna 80.000 Euro schadevergoeding. De brouwerij ontdekte de praktijken toen een vertegenwoordiger van de brouwer een vat uit de kelder van een Brugs café liet analyseren. De rechtbank doet op 15 december uitspraak in deze zaak.