Brouwerij Het Nieuwe Stenen Huis

Achtergrond informatie

Servaes Marres (1723-1790) begint in 1757 als brouwer zeer waarschijnlijk op de Houtmaas. Uit dat jaar dateert namelijk de eerste van zijn twee gildepenningen. Van hem zijn er twee bewaard gebleven, een bronzen uit 1757 en een tinnen uit het jaar 1771. In dat eerste jaar huwde hij Maria Catharina Jaspers en zal toen als zelfstandig brouwer begonnen zijn. Het jaar daarop wordt Servaes Marres al benoemd tot keurmeester van de brouwers voor Luikse zijde. In 1771 sluit hij een grote lening af. waarmee mogelijk toen zijn brouwerij vernieuwd is.

Servaes Marres, genoemd naar zijn vader Servaes, brouwer op de Bisschopskommel, heeft een oudere broer Aegidius, die zeven jaar voordat Servaes als brouwer begon, grote moeite heeft gehad om als lid van het Maastrichtse brouwersambacht aanvaard te worden en waarbij de Maastrichtse Raad er zelfs aan te pas moest komen om het voor elkaar te krijgen. Inmiddels is Aegidius actief als brouwer in De Blauwe Hond.

Servaes wordt bij zijn huwelijk gelukkig zonder problemen lid van het ambacht en met de mooie som van 4000 gulden, die zijn vrouw bij haar huwelijk van haar moeder mee had gekregen - haar vader was toen al overleden - kan de brouwerij gestart worden. Maria Catharina sterft al na vier jaar en het echtpaar heeft dan nog geen kinderen. Nog datzelfde jaar huwt Servatius met Maria Cornelia Paulussen, dochter van Peter Paulussen en Judith Damen.

Schoonvader Paulussen was brouwer in het St. Nicolaas Panhuis. Na zijn dood zet weduwe deze brouwerij voort waarna een halve eeuw later de brouwerij nog in familiebezit MArres zal komen.

In 1764 overlijdt zijn schoonmoeder Judith Damen en zij laat aan haar beide dochters een brouwerij na. Maria Cornelia erft de Brouwerij op de St. Pieterstraat waar zij en haar man Servaes al brouwen. Deze brouwerij heet De Deken en kort daarop, waarschijnlijk na een verbouwing, Het Nieuwe Stenen Huis. De tweede dochter Maria Margaretha, die gehuwd is met Nicolaas Nypels krijgt de brouwerij het St. Nicolaas Pan­huis in de Plankstraat, gelegen tussen een ander huis van hun moeder en het huis van Joannes Houtappel.

In 1784 overlijdt zijn echtgenote Maria Cornelia Paulussen en Servaes blijft alleen achter. Hij verkoopt de brouwerij en sterft in 1790.