Abbaye des Rocs de la Brasserie

Achtergrond informatie

De Brasserie de l'Abbaye des Rocs is ontstaan in een klein dorpje midden in het groen, dat werkelijk de groene long vormt van een regio die in het verleden talloze welvarende industriële bedrijven heeft gehuisvest.

Het tegendeel bewijzen

Voormalig brouwer Gilbert Bertiau, schoonvader van oprichter Jean-Pierre Eloir, beweerde dat brouwen te moeilijk was voor amateurs. Toen besloot zijn schoonzoon Jean-Pierre Eloir (1947), voormalig ambtenaar aan het ministerie van financiën te Bergen, hem het tegendeel te bewijzen. Schoonvader zelf was eerder werkzaam geweest in de Brasserie Canvenelle te Dour (Frankrijk) tot de sluiting in 1960, en daarna tot aan zijn pensioen in 1965 in Brasserie Declerq in Hazebrouck (Frankrijk). Hij knutselde zelf een brouwinstallatie in elkaar en begon te experimenteren. In 1979 begon hij officieel te brouwen onder de naam Brasserie Eloir-Bertiau. Op dat ogenblik bedroeg de productiecapaciteit 50 liter per 15 dagen.

Coöperatie

Rond 1986 werd de naam veranderd in Brasserie de l'Abbaye des Rocs. De naam en het wapenschild van 'Abbaye des Rocs' verwijzen naar een kloosterboerderij -eigendom van de abdij van Crespin in Frankrijk- die te Montignies gevestigd was. In 1987 wordt er een nieuw gebouw gebouwd waarin tanks van 1500 liter kunnen worden geplaatst en wordt voor de brouwerij een coöperatieve maatschappij opgericht. In 1991 worden de handelsmerken gedeponeerd en wordt er een gebouw opgetrokken voor de gisting en voor de opslag van de afgewerkte producten.

Naamloze vennootschap

In 1993 wordt de coöperatieve maatschappij in een naamloze vennootschap omgevormd. Er wordt een nieuwe installatie aangekocht voor het volautomatisch bottelen van het bier. In 1994 en 1995 bedroeg de productie 600 hl. Een jaar later werd al bijna 1.000 hl gehaald. Om deze groei te kunnen bijhouden wordt er een nieuwe opslagplaats gebouwd en een nieuwe brouwzaal in gebruik genomen waarmee per brouwsel een productie van 50 hl kan worden gehaald. Hierdoor kon in 1999 een jaarproductie van maar liefst 3.000 hl worden gehaald.

De installatie bestond toen uit:
Moutmolen (afkomstig van Brasserie Colman te Baudour; via Brasserie Centrale te Marbaix-la-Tour - deze werd in 1983 gesloten door Du Bocq- bij Abbaye des Rocs);
Gietijzeren roerkuip 60 HL (gefabriceerd in de 19e eeuw te Boussu, en ondermeer gebruikt tijdens de eerste wereldoorlog door de paters van Chimay; daarna verhuisd naar Brasserie Quniez te Momignies);
Kookketel (stond tot 1980 in de Brouwerij Comte d'Egmont te ChiŠvres);
Cilindroconische gisttank (nieuw);
Flessenspoelmachine (oorspronkelijk een wijnflessenspoeler van Colruyt, vervolgens gebruikt door -Frank Boon uit Lembeek);
Capsuleermachine (bouwjaar 1932, van Brouwerij Fourneaux te Frameries)

Heden

De brouwerij richt zicht grotendeels op export richting Verenigde Staten via D&V International in Florida en brouwt veelal op bestelling. Haar assortiment is daardoor variabel.